In de omgevingsvisie van onze gemeente staat wat wij met elkaar belangrijk vinden als het om onze leefomgeving gaat. Over alles wat we buiten zien, voelen, ervaren, horen en ruiken. Dit kan over gebouwen, wegen, stoepen en water gaan, maar ook over gras, bomen en monumenten. Over vergrijzing, het omgaan met het buitengebied, bereikbaarheid, en winkelaanbod. Over gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. In de omgevingsvisie kijken we dus niet alleen naar de echte leefomgeving. We kijken ook naar sociale onderwerpen die in de gemeente spelen.
Integrale aanpak
Deze omgevingsvisie gaat over de hele fysieke leefomgeving. In de visie kijken we minder vaak naar verschillende beleidsnota’s, bijvoorbeeld naar groen of parkeren. We maken keuzes per gebied waarin we al die zaken samen bekijken. En daar koppelen we doelen en ambities aan. Dat noemen we ook wel de integrale aanpak. Dat betekent dat onderwerpen als veiligheid, bereikbaarheid en duurzaamheid in de hele visie terugkomen. Zo zorgen we ervoor dat we de juiste keuzes maken. De visie is de basis voor de invulling van andere instrumenten van de omgevingswet. Dit zijn de programma's, het omgevingsplan en de vergunningen.
Wat is de omgevingsvisie?
De omgevingsvisie is een integrale visie waarin de gewenste toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen zijn beschreven. De onderdelen van onze leefomgeving, waar we trots op zijn, willen we graag beschermen. Onderdelen waar we minder trots op zijn willen we daarentegen graag verbeteren. Maar we willen ook nieuwe doelen bereiken. Deze doelen vertalen we in ambities en leggen we vast in de omgevingsvisie. In deze visie staat we waar we de komende jaren mee aan de slag gaan. De omgevingsvisie van Drimmelen is afgestemd op de Toekomstvisie 2040 die op 5 maart 2020 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het is eigenlijk de eerste invulling van die Toekomstvisie voor de leefomgeving van de gemeente.
De omgevingsvisie is een dynamisch document. Het is een ontwikkelingsvisie die met de tijd meegaat. Dat wil zeggen dat we de visie in de toekomst zullen aanpassen als er nieuwe ontwikkelingen zijn. We beoordelen de visie regelmatig. Als het nodig is passen we de inhoud van de visie op onderdelen aan. Dit doen we op vaste momenten (bijvoorbeeld tweejaarlijks) of op momenten dat maatschappelijke ontwikkelingen daarom vragen. Bijvoorbeeld als er nieuwe doelen zijn voor duurzame energie. Het proces van formuleren en het wijzigen van het beleid voor de fysieke leefomgeving wordt zo een cyclus. Het proces komt regelmatig terug. Dit is kenmerkend voor de Omgevingswet. De omgevingsvisie is, als de Omgevingswet in werking treedt, één van de kerninstrumenten van de gemeente.
Doel
Met de Omgevingsvisie wordt duidelijk hoe we in de gemeente de fysieke leefomgeving beschermen, benutten en ontwikkelen en wat de kwaliteit van de leefomgeving in de gemeente is. De Omgevingsvisie omschrijft het beleid voor de fysieke leefomgeving integraal: alle onderdelen. Met de omgevingsvisie kan de gemeente integrale afwegingen maken ten aanzien van vraagstukken en ontwikkelingen over de leefomgeving. Zij kan via de visie zowel op gebieds- als themaniveau beoordelen of nieuwe ontwikkelingen en concrete aanvragen passen bij de ambities en waarden van onze gemeente.
Maar ook inwoners, ondernemers en stakeholders kunnen in de Omgevingsvisie zien wat de ambities zijn en hoe hun plannen en ideeën daarbij aansluiten. Met de omgevingsvisie willen we bewoners, ondernemers én organisaties inspireren. Het doel is om samen onze gemeente nog leefbaarder, veiliger, toekomstbestendiger en duurzamer te maken. In de visie staan de kaders die wij per gebied belangrijk vinden voor nieuwe initiatieven. Deze kaders zijn de onderdelen van de visie, namelijk de thema's, waarden en ambities. Bekijk meer bij hoe werkt de website. Wij bepalen in de visie niet precies wat er ergens moet gebeuren. Met onze kaders geven we aan wat we belangrijk vinden. Zo nodigen we u als bewoner, organisatie of ondernemer uit om met plannen te komen die hierbij aansluiten.
Initiatief nemen
Met de omgevingsvisie formuleren we onze ambitie: hoe moet Drimmelen er in 2050 uitzien? In de visie leggen we nu nog niet vast hoe we de doelen precies gaan bereiken (opgaven). Een integrale aanpak, het betrekken en verbinden van belangen en brede betrokkenheid en participatie staat hierbij voorop. Een nieuw initiatief (plan of idee), dat niet past binnen de regels van de gemeente (bestemmings-/omgevingsplan), wordt getoetst aan de omgevingsvisie. Wanneer het initiatief aansluit bij de keuzes die wij maken in de omgevingsvisie, gaan we ermee aan de slag. Aan de slag betekent niet dat wij als gemeente het plan gaan uitvoeren. Samen met de initiatiefnemer bespreken we wie welke rol hierin pakt. De visie zelf maakt nog geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Vaak heeft u hiervoor nog wel een (nieuwe) vergunning nodig.
Context
In de omgevingsvisie geven wij als gemeente aan wat wij belangrijk vinden en waar we naar toe willen in de komende jaren. Hierbij dienen we ook rekening te houden met het beleid van de hogere overheden, zoals de Provincie en het Rijk. Dit beleid herhalen we niet in onze visie, maar we hebben dit bij het opstellen als uitgangspunten gebruikt en we houden er rekening mee in de uitvoering van onze ambities en bij de verdere uitwerking van de omgevingsvisie in programma’s en het omgevingsplan. Een initiatiefnemer dient zich ook aan dit beleid te houden. Met onze buurgemeenten hebben we in de regio Breda een gezamenlijke opgave op het gebied van wonen, economie, mobiliteit (openbaar vervoer), 'ruimte, landschap en water' en 'klimaat en energie'. Deze aspecten stemmen we onderling af en leggen we vast in het verstedelijkingsakkoord. In de regio West-Brabant (RWB) werken we samen met andere gemeenten aan een samenwerkingsagenda met de thema’s innovatie, de sterke stad en vitaal platteland. Met de rol die de gemeente Drimmelen daarin kan spelen, hebben we met onze keuzes in deze omgevingsvisie al zoveel mogelijk rekening gehouden. Met de ontwikkelingen uit de regionale investeringsagenda (RIA) dragen we gezamenlijk bij aan de doelen uit de provinciale (POVI) en nationale omgevingsvisie (NOVI).
Eisen uit de Omgevingswet
De omgevingsvisie is vormvrij. Dat betekent dat we als gemeente zelf keuzes kunnen maken in de vorm en de inhoud. In artikel 3.2 en 3.3 van de Omgevingswet staan wel een aantal eisen waaraan de omgevingsvisie moet voldoen. Onder ‘gebieden’, ‘thema’s’, ‘waarden’ en ‘ambities’ staat informatie over de kwaliteit van onze fysieke leefomgeving. Ook beschrijven we de ontwikkelingen en trends voor de toekomst. Daarnaast geldt de basis uit artikel 3.3 voor iedere ontwikkeling binnen de omgevingsvisie. Dit betekent dat alle nieuwe initiatieven met de milieubeginselen (voorzorg, preventief handelen, bronbestrijding en de vervuiler betaalt) rekening dienen te houden. Bij het formuleren van onze ambities hebben we ook de gevolgen van verschillende keuzes in beeld gebracht en meegewogen met het omgevingseffectrapport.
Een omgevingsvisie bevat a. een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, b. de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied, c. de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid. In een omgevingsvisie wordt rekening gehouden met het voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden en het beginsel dat de vervuiler betaalt. |
Beleidscyclus
In de Omgevingswet staat de beleidscyclus centraal. Deze cyclus laat de samenhang tussen de omgevingsvisie en de andere instrumenten van de Omgevingswet zien. Het beschrijft hoe de overheid handelt in de fysieke leefomgeving. En verbindt de instrumenten die de overheid daarvoor kan gebruiken logisch met elkaar.
Deze omgevingsvisie beschrijft beleid voor de fysieke leefomgeving en is daarmee het startpunt voor de beleidscyclus.
Het uitwerken en verder door laten werken van beleid gebeurt met behulp van andere instrumenten. Bijvoorbeeld met het programma en het omgevingsplan. In een programma staan de maatregelen om bepaald beleid uit te kunnen voeren en doelen te behalen. In een omgevingsplan staan de regels waar iedereen zich aan moet houden.
Na het beschrijven van maatregelen en regels stopt de beleidscyclus niet. We kijken of we met de maatregelen en regels de gewenste doelen halen. Op basis daarvan wordt gekeken of aanpassen of veranderen van het beleid nodig is. Zo ja, dan kan het (op onderdelen) aanpassen van de omgevingsvisie de eerste stap zijn. Daarna doorlopen we weer de rest van de cyclus.
Samenwerken met de omgevingsvisie
Deze omgevingsvisie is niet een eindproduct, maar juist het begin van een ontwikkeling. De omgevingsvisie en het bijhorende omgevingseffectrapport zijn de eerste onderdelen van het integrale afwegingskader voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. We wegen de ontwikkelingen af tegen onze ambities. Weliswaar globaal, maar gericht op de bijdrage aan kwaliteit. Gemeente, inwoners, bedrijven en organisaties gebruiken dat bij het werken aan de ontwikkeling van de leefomgeving van de gemeente: samen en integraal. De Omgevingsvisie vraagt om een verdere vertaling van de ambities naar de verschillende dorpen, gebieden en thema’s. We vullen de cyclus verder in met de actualisaties van de Omgevingsvisie, de programma’s en het omgevingsplan. De Omgevingswet gaat ervan uit dat in 2029 voor het hele grondgebied van de gemeente een omgevingsplan is vastgesteld.