De energietransitie is de uitdaging om het gebruik van fossiele energie (energie opgewekt uit bijvoorbeeld kolen of aardgas) te verminderen. Uiteindelijk willen we volledig van fossiele energie af zijn. De energietransitie is een uitdaging die iedereen in onze gemeente raakt. Het is een opgave die bij veel thema’s terugkomt zoals wonen, werken en ondernemen en agrarische sector.
Wat is de energietransitie?
De energietransitie is de uitdaging om het gebruik van fossiele energie (energie opgewekt uit bijvoorbeeld kolen of aardgas) te verminderen. Uiteindelijk willen we volledig van fossiele energie af zijn. Fossiele brandstoffen zoals olie, aardgas en steenkolen zijn de bron van de meeste energie die we vandaag gebruiken. Het winnen (uit de grond halen) en gebruiken van deze fossiele bronnen is niet alleen erg slecht voor het milieu, het is ook slecht voor onze gezondheid. De uitstoot van CO2 is zo groot dat het klimaat verandert en de aarde opwarmt. Deze klimaatverandering heeft grote gevolgen: de zeespiegel stijgt en we hebben steeds vaker te maken met extreem weer. De kans bestaat dat veel plant- en diersoorten uitsterven. In het Klimaatakkoord van Parijs hebben we afspraken gemaakt en doelen bepaald over de veranderingen in het klimaat. De energietransitie is belangrijk om deze doelen en afspraken te behalen. Deze transitie omvat het massaal overstappen op duurzame energiebronnen die nooit op gaan, moet de CO2-uitstoot en die klimaatverandering tegenhouden.
De energietransitie betekent ook dat als vervanging van de fossiele energie, duurzame energie opgewekt moet worden. Duurzame energie is energie van bronnen die niet uitgeput raken. Nu kennen we zon, wind, warmte uit de bodem en bijvoorbeeld stroming van water. In de toekomst zijn er misschien nog wel bronnen die we nu nog niet kunnen benoemen. Het gaat ook over het verwarmen van gebouwen op andere manieren dan met aardgas. Daarnaast gaat de energietransitie over de infrastructuur (kabels, leidingen en transformatorhuisjes) die nodig is om energie te verplaatsen en in de toekomst ook op te slaan. Tot slot gaat de energietransitie over het besparen van energie.
Zoals aangegeven is de energietransitie een uitdaging die iedereen in onze gemeente raakt. Het is een opgave die bij veel thema’s terugkomt zoals wonen, werken en ondernemen en agrarische sector. Het is ingewikkeld omdat we de opwek van energie, de infrastructuur en ons gedrag moeten veranderen. Het is ook een opgave die op iedere gemeente, iedere organisatie en ieder mens in ons land af komt. In het volgende deel gaan we in op wat dit concreet betekent voor onze gemeente.
Waar staan we nu?
Onze gemeente is onderdeel van de energieregio West-Brabant. In deze regio kijken we naar wat we samen aan energie opwekken, maar ook gebruiken. Met de andere gemeenten in de regio maken we een Regionale Energiestrategie (RES), een plan waarin wij met elkaar bepalen hoe we een duurzaam en slim energiesysteem in West-Brabant gaan maken. Ook bepalen we samen met elkaar waar verschillende vormen van duurzame energie het beste opgewekt kunnen worden en maken we afspraken over de verdeling en het transport van energie. In 2018/2019 zijn we begonnen hiermee begonnen. In 2018 was het totale energiegebruik in gemeente Drimmelen 3.097 terajoule (TJ). Daarvan ging 892 TJ naar de gebouwde omgeving, 963 TJ naar verkeer en vervoer, 88 TJ naar industrie, energie, afval en water, 1.081 TJ naar landbouw, bosbouw en visserij, en 73 TJ naar hernieuwbare warmte.
Er wordt momenteel een participatietraject doorlopen met de dorpen waarin de energieopgave in beeld wordt gebracht met daarbij verschillende scenario’s om deze in te vullen. De werkgroepen per dorp gaan een actieplan aanbieden aan de gemeente. Die actieplannen per dorp zijn de basis voor het nieuwe gemeentelijke energiebeleid.
Wat komt er op ons af?
De komende tijd gaan we met de andere gemeenten in West-Brabant de regionale energiestrategie verder uitwerken. Dit betekent dat we gaan onderzoeken en afwegen waar we kunnen besparen, en waar welke vormen van duurzame energie het beste een plek kunnen geven.
De mogelijkheden voor duurzame verwarming onderzoeken we in de Regionale Energiestrategie en Transitievisie Warmte. Daarnaast kijkt men of er mogelijkheden zijn duurzame warmtenetten te realiseren of op bestaande aan te sluiten. Hierbij sluiten we aan bij de doelstelling uit de concept-RES om 15% besparing te realiseren op het gebruik van warmte in de gebouwde omgeving in 2030 (van 5,8 TWh naar 4,9 TWh in 2030 voor de hele regio). De totale energiebesparingsopgave in de gebouwde omgeving (de dorpen in West-Brabant) bedraagt 28.000 TJ (terajoule) (Duurzaamheidsprogramma 2018). Dat is ongeveer 25% van het totale verwachte energieverbruik in 2050. De 95.000 TJ die overblijft moet duurzaam opgewekt gaan worden.
De energietransitie heeft niet alleen gevolgen voor de manieren waarop wij onze woningen verwarmen. Ook bedrijven en organisaties moeten hun werkwijzen en energieverbruik verminderen om bij te dragen aan de energietransitie. De energietransitie kan ook gevolgen hebben voor onze mobiliteit. Auto’s gaan in plaats van op benzine of diesel rijden op elektriciteit, waterstof, duurzaam biogas of een combinatie van (duurzame) energiedragers.
Hoe zien we de toekomst van energie?
Het doel van de energietransitie is om in 2040 zoveel mogelijk energieneutraal te zijn (programma Duurzaamheid) en in 2050 helemaal geen fossiele energie meer te gebruiken. We gaan dit bereiken door in te zetten op het waar mogelijk besparen en duurzaam produceren van energie. De elektriciteit die door de overheid, inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in gemeente Drimmelen gebruikt wordt, wordt zo duurzaam mogelijk opgewekt. De gemeente geeft ruimte aan nieuwe vormen van het op een duurzame manier opwekking van energie. Er wordt ingezet op zonne-energie op daken en voorzieningen voor de opwekking van de energie zijn zo goed mogelijk ingepast in het landschap.
Op basis wat we nu aan energie verbruiken en wat er mogelijk is om te besparen bepalen we hoeveel energie we op een duurzame manier op moeten wekken. De afspraken, die regionaal zijn gemaakt in de Regionale Energiestrategie (RES) zijn hierin leidend. De RES gaat uit van 8 windmolens, 1 zonneveld in Terheijden en inzet van zonne-energie op de daken. De rest van de opgave wordt lokaal ingevuld op basis van draagvlak.
Langzaam en (waarschijnlijk) per dorp of buurt gaan huizen over van aardgasverwarming naar andere, meer duurzame, vormen van verwarming. In plaats van aardgasverwarming krijgt een woning een verwarmingssysteem op basis van bijvoorbeeld elektriciteit, warmte, biomassa of waterstof. Corporaties van bewoners en ondernemers dragen zorg voor het verwarmen van de gebouwde omgeving, zoveel mogelijk huizen zijn losgekoppeld van het aardgasnet. Voorafgaand aan het veranderen van aardgasverwarmingen naar andere manieren van het verwarmen van woningen, gaan we onderzoeken hoe woningen het beste op een andere, duurzame, manier verwarmd kunnen worden.
Op het gebied van wonen werken wij samen met woningbouwstichting in onze gemeente. We stimuleren zowel eigenaar-bewoners als de stichting om bestaande woningen te verduurzamen en te kiezen voor duurzame energie. Alle nieuwbouwwoningen (zowel koopwoningen als woningen van de woningbouwstichting) moeten vanaf 2021 zogenoemde bijna-energieneutrale woningen zijn (BENG).
Relatie met: Bereikbaarheid, Milieu, Gezondheid, Klimaat en water, Wonen, Werken en ondernemen, Toekomstbestendige gemeente, Samen bouwen aan de gezonde toekomst