Wat is de groene omgeving?
Het huidige Nederlandse landschap is grotendeels door mensenhanden gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe. Dit landschap is ooit vanaf de oude bebouwingslinten in beide dorpen door de mens veranderd van een veengebied tot een agrarisch gebied. Door veranderingen in het gebruik van het land, zoals meer landbouw en verstedelijking, is er minder ruimte voor natuur dan eeuwen geleden.
De natuurgebieden vormen een belangrijk onderdeel van de ruimtelijke hoofdstructuur van het buitengebied. De situatie van de waterhuishouding bepaald voor een groot deel welke natuurwaarden er per gebied zijn. Hieronder worden de natuurgebieden kort beschreven en op kaart weergegeven. We gaan in dit thema niet specifiek in op de Biesbosch, daarover lees je hier meer.
- De Worp: Westelijk van dorp Drimmelen ligt het binnendijkse moerasgebied De Worp. Het gebied maakte vroeger onderdeel uit van de Biesbosch. Het bestaat uit voormalige grienden, populierenbossen, elzenbroekbos en enkele natte graslandjes met bijzondere vegetaties. Ook de waterspitsmuis is in het gebied aangetroffen, een indicatorsoort voor soortenrijk en zuiver water.
- Gat van den Ham: Dit gebied is een restant van de binnenzee die ontstond als gevolg van de St. Elizabethsvloed. Via de talloze getijdengeulen kon de zee hier binnendringen, werd het veen opgeruimd en klei afgezet. Vanuit het gebied stromen een drietal kreken (onder andere Gat van den Ham en het Vloedspui) het binnenland in. Het gebied zelf bestaat uit wilgenstruweel en rietlanden. In het water komen diverse bijzondere vissoorten voor zoals de Bittervoorn en de Kleine en de Grote Modderkruiper. Het gebied heeft daarnaast waarde voor doortrekkende en overwinterende vogelsoorten. Vanuit het natuurbeleid wordt gewerkt aan het terugbrengen van de getijdenwerking in dit gebied.
- Zonzeelse polder: Het veenweidegebied Zonzeel bestond oorspronkelijk uit veenmoerassen die vanaf de 14e eeuw ontgonnen werden. Nadien is het gebied in gebruik genomen als hooiland. In de huidige situatie bestaat het gebied uit extensief beheerde graslandpercelen, loofbosjes, moerasjes en waterplassen.
- Binnenpolder van Terheijden: Dit gebied was ooit van grote botanische (plantkundige) waarde. In de blauwgraslanden en veen- en zeggenmoerassen groeiden vroeger talloze zeldzame plantensoorten waaronder orchideeën. Door ontwatering en ontginning zijn deze unieke moerassen en graslanden verloren gegaan maar inmiddels is de polder gedeeltelijk hersteld. Tegenwoordig treft men in de sloten nog wel allerlei kenmerkende soorten van het veenpolderlandschap aan. De graslanden zijn soortenarm. De kern van het gebied wordt gevormd door een broekbosje met een eendenkooi. Het is een belangrijk broedgebied voor met name zangvogels en een belangrijke rust- en foerageerplaats voor trekkende vogels. Het vormt een opvallend element in het omringende open landschap. Aan de oostzijde van de Binnenpolder van Terheijden ligt de voormalige Linie van Den Hout. Deze is grotendeels begroeid met loofbos.
- Oevers Mark: De oevers en taluds van het Mark vormen een leefgebied voor diverse vogel- en vlindersoorten. De dijktaluds, oevers en bosjes langs het kanaal zijn ook van belang als ecologische verbindingszone voor soorten als libellen, vlinders, moeras- en struweelvogels en kleine zoogdieren.
Het thema natuur en groene omgeving gaat dus niet alleen over afgebakende natuurgebieden. Natuur omvat ook onze directe omgeving en gaat dan over water, groen en beplanting en biodiversiteit. Natuur en een groene omgeving zijn belangrijke factoren in onze waardering van onze leefomgeving. Ze kunnen daarnaast een bijdragen aan het behalen van doelen op het gebied van klimaatadaptatie. Een brede straat met veel bomen is in de zomer bijvoorbeeld koeler dan een (smalle) straat zonder bomen en alleen maar verharding. Ook het agrarisch gebied draagt bij aan de groene omgeving.
Natuurwaarden in het agrarisch gebied
In het buitengebied onderscheiden we drie soorten groene agrarische gebieden: Agrarisch gebied met gemengde functies, agrarisch gebied met landschapswaarden en agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden. In het agrarisch gebied met gemengde functies staat de ruimte voor agrarische bedrijven voorop, maar er komt ook steeds meer ruimte voor recreatiemogelijkheden. Daarnaast willen we hier de groene omgeving behouden en versterken.
In het agrarisch gebied met landschapswaarden zien we diverse landschapselementen zoals houtsingels, oude bomen, hakhout en poelen voor waarin zich bijzonder planten- en diersoorten (kunnen) voordoen. Naast ecologische betekenis hebben deze elementen ook landschappelijke waarde. Ook de Linies in het buitengebied vormen bijzondere elementen met ecologische waarde.
In het agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden zien we ook deze eerder genoemde landschapselementen terugkomen. Daarnaast zijn hier zowel algemene als specifieke natuurwaarden aanwezig. Zo is in het veenontginningsgebied sprake van (potentiële) natuurwaarden in de aanwezige weilanden, slootkanten, poelen en bosjes.
Natuur
Naast de hoeveelheid ruimte voor natuur is ook de kwaliteit een probleem. Verzuring, vermesting, versnippering, verdroging en klimaatverandering bedreigen de levens van planten en dieren. Met de Biesbosch heeft onze gemeente een groot natuurgebied, maar er zijn ook andere kleinere gebieden aanwezig. Deze gebieden liggen meer verspreid over de gemeente. Met veel verschillend (met name provinciaal) beleid en allerlei manieren om de natuur te beheren, probeert de overheid de natuur te beschermen en de kwaliteit te verbeteren.
Biodiversiteit
Veel van het beleid over biodiversiteit heeft zijn basis in internationale afspraken en Europese richtlijnen. Nederland probeert ook de biodiversiteit in stand te houden. Met dit woord, een verkorting van "biologische diversiteit" bedoelen we de totale verscheidenheid van alle levende planten en dieren op aarde. Biodiversiteit betreft zowel de variatie in soorten, als ook de erfelijke variatie binnen soorten en de variatie aan levensgemeenschappen of ecosystemen.
Landschap
In het landschap zien we veel waarde. Wij hechten aan ons landschap. Het draagt bij aan onze identiteit. We willen uitzichten en zichtlijnen in onze gemeente graag zo houden. We willen niet dat verstedelijking, waarbij dorpen en steden steeds groter worden, ervoor zorgt dat we straks geen mooie open landschappen hebben.
Waar staan we nu?
We zijn een gemeente met een relatief harde grens tussen het bebouwd gebied en het landelijk gebied. We kunnen onszelf een plattelandsgemeente noemen waarin de dorpen verspreid zijn gelegen in het landelijke en vaak agrarische gebied.
Natuur en biodiversiteit
Aan de noordelijke kant van onze gemeente begint het Natura2000-gebied de Biesbosch. In dit gebied gelden instandhoudingsdoelstellingen voor habitattypen, soorten, broedvogels en niet-broedvogels. Daarnaast is dit gebied stikstofgevoelig. Dat heeft invloed op wat we in onze gemeente wel en niet aan ontwikkelingen kunnen toestaan. De Biesbosch heeft een grote waarde op het gebied van natuurwaarde, maar ook gedeeltelijk voor recreatie en toerisme. Naast het beschermde natuurgebied van de Biesbosch kennen we ook andere soorten natuur of groen in onze gemeente. Deze gebieden dragen bij aan de natuurbeleving in onze gemeente en aan het behoud van biodiversiteit.
Landschap
Het landschap in onze gemeente kenmerkt zich met name als een open landschap. Het landschap heeft cultuurhistorische waarde omdat het iets vertelt over de manier waarop onze voorouders met het landschap omgingen. Zowel in het buitengebied als in de dorpen liggen daarnaast elementen die op zichzelf cultuurhistorische waarde hebben of cultuurhistorische waarde geven aan het landschap. Denk bijvoorbeeld aan het Halvezolenlijntje, de lintbebouwingen van Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe en het dorpsgezicht van Drimmelen.
We zijn ook een gemeente langs de belangrijke rivier de Amer. De oevers van deze rivier zijn door de provincie Noord-Brabant aangewezen als onderdeel van Natuurnetwerk Brabant. Het Natuurnetwerk Brabant is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland. Het is een netwerk van deels bestaande en deels nieuwe natuurgebieden die door ecologische verbindingszones met elkaar verbonden zijn. De oevers van de Amertak, het Gat van den Ham, wat gronden ten westen van Drimmelen, gronden bij Lage Zwaluwe en gronden rondom Terheijden maken onderdeel uit van deze ecologische verbindingszones.
Wat komt er op ons af?
Vooral in de twintigste eeuw hebben we veel gebouwd in Nederland. Dit is op sommige plaatsen ten koste gegaan van natuur en agrarisch gebied. Natuurgebieden werden steeds kleiner. Doordat er wegen doorheen werden aangelegd zijn gebieden versnipperd. Ook heeft natuur veel ruimte moeten maken voor landbouw en steden. Dit had allerlei gevolgen voor ook de natuur dichtbij, zoals verdroging en vernatting van de grond, vermesting en verzuring. We zijn er trots op dat in de gemeente Drimmelen de hoeveelheid aan natuur is toegenomen.
Ook klimaatverandering kan gevolgen hebben voor de natuur. Een verhoging van de temperatuur kan bijvoorbeeld leiden tot het uitsterven van planten die nu nog in Nederland voorkomen. Het uitblijven van strenge winters kan gevolgen hebben voor de vogeltrek. Ook breder heeft klimaatverandering grote gevolgen voor de biodiversiteit. Het leefgebied van bijen, vlinders en insecten staat bijvoorbeeld onder druk. Maar ook plantensoorten verdwijnen of vermeerderen juist door veranderende omstandigheden.
Door nieuwe ontwikkelingen zoals de energietransitie, ontwikkelingen in de landbouw en de behoefte aan meer woningen, heeft onze groene ruimte het moeilijk. Duidelijk is dat we oplossingen moeten zoeken in een meer integrale aanpak. Dit betekent dat we per gebied de verschillende uitdagingen en kansen bekijken en keuzes maken. Dit wordt ook “landschapinclusief omgevingsbeleid” genoemd.
Het onderdeel water speelt ook een belangrijke rol binnen de groene omgeving. Onder de omgevingswet ligt de zorgplicht voor het hemel-, afval-, en grondwater bij de gemeente. Wij stemmen deze nieuwe taak af met het Waterschap Brabantse Delta.
Hoe zien we de toekomst van de groene omgeving?
De natuur in onze dorpen willen we niet alleen behouden, we willen de groene omgeving verder versterken en uitbreiden. Daarbij moet vergroening worden gestimuleerd en verstening worden tegengegaan. Bij nieuwe ontwikkelingen en initiatieven in de dorpen streven we naar een goede balans tussen natuur- en landschapsbehoud en ontwikkeling van nieuwe functies. De gemeente staat samen met het Waterschap Brabantse Delta voor de opgave om een aantal natte Ecologische Verbindingszones (hierna: EVZ’s) in de gemeente te realiseren. Uitgangspunt is dat gestreefd wordt naar een duurzame realisatie van de EVZ’s. Bij de EVZ Gat van den Ham is er vanwege het onvoldoende beschikbaar krijgen van de benodigde gronden er voor gekozen om in plaats van doorlopende structuren meer stepping stones aan te leggen.
Staatsbosbeheer zet zich op regionaal niveau in voor de ontwikkeling van de Groene Metropool, een groen (natuur) en blauw (water) netwerk dat vanuit de binnensteden van Breda en Oosterhout het land dooradert tot in de natuurgebieden. Op provinciaal niveau speelt de ontwikkeling van het natuurnetwerk Brabant en op landelijk niveau het natuurnetwerk NLDelta in de Haringvliet en Biesbosch. Hier liggen kansen voor ons om de natuur in Drimmelen verder te ontwikkelen.
We geven uitvoering aan het Programma Duurzaamheid. Hierin staan diverse de ambities, doelstellingen en maatregelen. De uitwerking staat in de beleidsplannen en actieplannen en -programma’s, waaronder Actieprogramma Biodiversiteit. Deze documenten nemen we mee in de verdere uitwerking van de visie, zoals in een programma Groen. Het integraal groenbeleidsplan dat op dit moment nog vigerend is, zal plaats krijgen in dit programma. Uitvoering en monitoring worden in dit programma ook betrokken.
Onze gemeente heeft ook een Groenbeleid. Dit beleid richt zich op een duurzame ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand. De aard van dit bomenbestand moet aansluiten op zowel de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving als op de stedelijke structuur van de kernen. Als rode draad hierbij geldt een omslag van het denken in kwantiteit naar kwaliteit. De gemeente richt zich in haar boombeheer niet primair op het handhaven van zoveel mogelijk bomen, maar veel meer op het creëren van gunstige omstandigheden zodat bomen daadwerkelijk groot uit kunnen groeien en oud kunnen worden. Het effect wat bereikt wordt met een volledig uitgegroeide eik van 100 jaar is vele malen groter dan vijf eiken die niet meer dan 20 jaar oud worden.
We willen de biodiversiteit in gemeente Drimmelen onder andere verhogen door ecologisch bermbeheer. Dit betekent dat bermen niet wekelijks als een gazon worden gemaaid maar dat kruiden de kans krijgen te bloeien en insecten en kleine dieren in de berm kunnen overleven. Ook wordt een inventarisatie gemaakt van waardevolle bomen op basis van vooraf bepaalde beoordelingscriteria. De waardevolle bomen worden weergegeven op de waardevolle bomenkaart die openbaar wordt gemaakt. Voor bomen die op de waardevolle bomenkaart zijn opgenomen geldt een kapverbod, waar alleen bij hoge uitzondering van kan worden afgeweken als andere belangen zwaarder gewogen worden.
Zoals onder het thema recreatie en toerisme aan bod komt, willen we recreatiemogelijkheden vergroten, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van fiets- en voetpaden. Recreanten worden aangetrokken door de aantrekkelijke groene omgeving. Verdere versterking van het groen in onze gemeente is niet alleen positief voor de biodiversiteit, maar zorgt ook voor een nog aantrekkelijkere gemeente om in te wonen, recreëren of verblijven.
Ook de agrarische sector speelt een rol bij de groene omgeving. Landbouwbedrijven dragen bij aan (de instandhouding en verbetering van) het landschap. Bij ontwikkelingen in het buitengebied moeten de rust en natuur worden beschermd. Samen met de Drimmelense boer bekijken we de kansen om voor de ontwikkeling van natuur (en toerisme) op en rond hun percelen.
Relatie met: Wonen, Agrarische sector, Recreatie en toerisme, Bereikbaarheid, Landschap, Onze blauw-groene motor, Samen bouwen aan de gezonde toekomst, Toekomstbestendige gemeente